Een van de functies die ik het meest gebruik in Excel is VERT.ZOEKEN (Engels: VLOOKUP). Neem het onderstaande voorbeeld.
In kolom B staan de omschrijvingen van de grootboekrekeningen in kolom A. In de tabel ernaast geef ik per rekening een bedrag op. In kolom E moet de omschrijving staan die hoort bij de rekening in kolom D. Ik wil dit niet 2x intypen, maar Excel het laten opzoeken.
De functie VERT.ZOEKEN is hier ideaal voor. De functie heeft de volgende opbouw:
VERT.ZOEKEN(zoekwaarde; tabelmatrix; kolomindex_getal; [benaderen])
De functie kijkt in de eerste kolom van de tabelmatrix en zoekt de regel op die overeenkomt met de zoekwaarde. Vervolgens haalt hij de waarde op in de cel op dezelfde regel, maar in de kolom die is aangegeven met het kolomindex getal.
Als we in cel E2 de omschrijving van de rekening in kolom D2 willen hebben dan is de zoekwaarde D2.
De tabelmatrix is de tabel waarin Excel met de zoekwaarde moet gaan zoeken. In ons voorbeeld is dit het bereik A2:B5. Het is belangrijk om in de formule dit als een absoluut adres ($A$2:$B$5) op te nemen. Doe je dit niet dan verandert dit bereik met het kopiëren van de formule naar cel E3 in A3:B6.
Het derde argument van de functie is het kolomindex_getal. Hiermee geef je aan in welke kolom van de tabelmatrix Excel moet kijken als hij de regel met de zoekwaarde heeft gevonden. In ons voorbeeld is dit de 2e kolom.
Tenslotte kunnen we een waarde opgeven voor het argument ‘benaderen’. In een volgend artikel zal ik uitleggen wat de functie is van dit argument. Voor dit voorbeeld vullen we de waarde 0 in. De formule voor cel E2 is nu:
=VERT.ZOEKEN(D2;$A$2:$B$5;2;0)
Als je deze formule naar beneden kopieert tot en met cel E5 dan krijg je hetzelfde resultaat als in het voorbeeld.