Hoofdlettergevoelig zoeken in Excel

Op de site liet iemand deze vraag achter:

“Ik heb de functie verticaal zoeken gebruikt, maar wil graag dat Excel rekening houdt met hoofdletters en kleine letters in tekst (mijn zoekwaarde is een tekst). Hoe kan ik dit doen?”

De vraag lijkt eenvoudig, de oplossing is het niet. Om hoofdlettergevoelig te kunnen zoeken moet je gebruik maken van matrixformules. Vandaar dat ik in het eerste deel van dit artikel een korte uitleg geef over het gebruik van matrixformules. In dit deel zal ik uitleggen hoe we met deze techniek hoofdlettergevoelig kunnen zoeken in Excel.

GELIJK
De enige functie die rekening houdt met hoofdletters is GELIJK (Engels: EXACT). De structuur van de functie is GELIJK(tekst1;tekst2). Als tekst1 en tekst 2 gelijk aan elkaar zijn is het resultaat van de functie WAAR, anders ONWAAR.

voorbeeld-GELIJK

In het bovenstaande voorbeeld vergelijkt Excel de tekst in C7 met de tekst in B3. Het resultaat is ONWAAR omdat het hoofdlettergebruik verschillend is.

GELIJK in een matrixformule
Iedere functie kun je gebruiken in een matrixformule. In dit voorbeeld kunnen we daarmee in één keer de tekst in C7 vergelijken met de teksten in B3 t/m B5. Hiervoor gebruiken we de formule:

{=GELIJK(C7;B3:B5)}

Daarbij is het belangrijk dat je bij het invoeren de cellen E3 t/m E5 selecteert en de formule afsluit met [Ctrl] + [Shift] + [Enter].

GELIJK-als-matrixformule

Het resultaat van de functie is een matrix met de waarden {ONWAAR; WAAR; ONWAAR}. In de tweede positie van deze matrix vindt Excel een match. Dit is de informatie die we nodig hebben om te kunnen zoeken.

Zoeken met INDEX en VERGELIJKEN
In het voorbeeld willen we de code in C7 opzoeken in B3:B5 en als resultaat de bijbehorende waarde in C3:C5 weergeven. Met de functie INDEX (Engels: INDEX) kunnen we de waarde opzoeken in C3:C5. We moeten wel het rijgetal specificeren. Hiervoor hebben we de functie VERGELIJKEN (Engels: MATCH) nodig. Het artikel Index en vergelijken als alternatief voor verticaal zoeken geeft meer uitleg over deze twee functies.
In dit voorbeeld moet VERGELIJKEN de 1e positie van WAAR vinden in de matrix die het resultaat is van de matrixformule met GELIJK. Combineren we dit dan krijgen we de formule:

={INDEX(C3:C5;VERGELIJKEN(WAAR;GELIJK(C7;B3:B5);0))}

hoofdlettergevoelig-zoeken

Excel voert eerst de GELIJK functie uit. Het resultaat is de matrix {ONWAAR; WAAR; ONWAAR}. Vervolgens bepaalt het met VERGELIJKEN welke positie WAAR in de matrix heeft. Dit is 2. De functie INDEX geeft ten slotte tekst2 als resultaat omdat dit de 2e rij is van het bereik C3:C5.

Wil je het voorbeeld zelf bekijken dan kun je hier het [drain file 11 url voorbeeldbestand] downloaden.